top of page

          

Ontstaan van het project

"Resolutie-Metissen" 

 

 

Op 29 maart 2018 heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers unaniem een « Resolutie over de segregatie waarvan de metissen uit de periode van de Belgische kolonisatie in Afrika het slachtoffer zijn geweest », hierna « Resolutie-Metissen » genoemd, aangenomen (zie ook het verslag van 3 juli 2023 over de "stand van de uitvoering van de Resolutie"). De aanneming van deze resolutie was in de eerste plaats het hoogtepunt van een lange strijd onder leiding van de metissen en hun nakomelingen, die door belangengroepen, onderzoekers, parlementariërs en de media werd voortgezet. Daarnaast bracht deze resolutie een officiële erkenning van de segregatie waarvan de metissen onder Belgisch koloniaal bewind het slachtoffer waren en van de desastreuze gevolgen hiervan, waaronder de gedwongen adopties en het verlies van hun oorspronkelijke identiteit en familiebanden.

 

Daarnaast maakte de resolutie een reeks verzoeken aan de federale regering over, onder meer betreffende de toegang tot archiefstukken die toelaten de geschiedenis van de koloniale metissen te reconstrueren en hun geboortenamen te traceren, hun biologische ouders te identificeren en hun familiegeschiedenis te reconstrueren.

De artikelen 6 en 7 van de Resolutie-Metissen verzoeken de regering specifiek: 

  • een uitvoerig historisch onderzoek te laten uitvoeren naar de rol van de burgerlijke en kerkelijke overheden in de behandeling van de metissen in de koloniale tijd in Belgisch-Congo en in Ruanda-Urundi, een onderzoek waarvan het resultaat zal worden gepresenteerd in de Kamer van volksvertegenwoordigers. (art.6)

  • dat alle persoonlijke dossiers van de metissen worden geïnventariseerd en dat er onderlinge verbanden worden gelegd, met name om de problemen te kunnen oplossen die te wijten zijn aan naamsveranderingen of de foutieve spelling van namen. (art. 7)
     

 

Implementatie van de "Resolutie-Metissen"
 

Na de aanneming van de resolutie is een werkgroep opgericht om na te gaan hoe de resolutie het beste kan worden uitgevoerd. Deze werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van de vereniging Metissen Van België, het Rijksarchief, het AfricaMuseum, de FOD Justitie, de FOD Buitenlandse Zaken, het kabinet van de Eerste Minister, het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Gelijke Kansen en Wetenschapsbeleid, en een academische expert. De werkgroep is tijdens de zomer en het najaar van 2018 meerdere malen bijeengekomen en heeft besloten dat het onderzoek naar de segregatie van de metissen als gevolg van de Belgische kolonisatie in twee opeenvolgende fases zal plaatsvinden:
 

  • Fase 1 (vier jaar) : het opzetten van een databank die de individuele, familiale en collectieve trajecten van de metissen ten gevolge van de kolonisatie verzamelt (art.7)

  • Fase 2 (vier jaar) : het uitvoeren van een uitgebreide historische studie, in het bijzonder om de verantwoordelijkheden van de burgerlijke en religieuze autoriteiten in de segregatie van de metissen vast te stellen (art. 6).

De eerste fase van het project ging van start op 1 september 2019 onder de gezamenlijke leiding van de FOD Buitenlandse Zaken, die het onderzoek financiert, en het Algemeen Rijksarchief. De tweede fase ging van start op 1 februari 2022 en wordt gefinancierd door de kabinetten Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, en POD Wetenschapsbeleid. 

 

Het project 

Een globaal en inclusief onderzoek

Het onderzoeksproject "Resolutie-Metissen" beoogt een globale benadering van het discriminatoire en segregationistische beleid dat metis personen tijdens de periode van de Belgische kolonisatie werd opgelegd. Om de werking en alle nuances van dit fenomeen te begrijpen, heeft de eerste fase van het project als primair objectief om alle gegevens uit de beschikbare bronnen te catalogiseren die het mogelijk maken om de individuele, familiale en collectieve trajecten van de koloniale metissen te traceren. Dit doen we voor alle gekoloniseerde gebieden onder Belgisch bestuur (Congo en Ruanda-Urundi) en voor de hele periode van de Belgische overheersing (die teruggaat tot de periode 1885-1908, d.w.z. de periode van de Onafhankelijke Congostaat of Congo-Vrijstaat).

Het Belgische koloniale regime en de segregatiepraktijken die de metissen hebben ondergaan, hebben geleid tot een versnippering van banden tussen broers en zussen, identiteitsverlies en tot de verwijdering van kinderen uit hun biologische families. De eerste fase van het onderzoek heeft dan ook als voornaamste doel om de koloniale metissen die dat wensen toegang te verlenen tot archiefstukken die op hen betrekking hebben, zodat ze hun familiegeschiedenis kunnen reconstrueren. Deze eerste fase moet ook de uitvoering van Fase 2 (een historische studie van de gerichte segregatie waarvan de koloniale metissen het slachtoffer waren) faciliteren, door alle informatie te verzamelen die de geschiedenis van de koloniale metissen documenteert. Op deze manier proberen we alle gegevens te verzamelen die een licht werpen op deze complexe kwestie. Dit stelt ons in staat om een beter inzicht te verwerven over het aantal kinderen die geboren zijn uit interraciale relaties, die in instellingen zijn geplaatst en die uit Afrika werden verplaatst. Daarnaast helpt dit ons ook om de verschillende actoren (administratieve, kerkelijke, juridische, particuliere) te identificeren die betrokken waren bij de gerichte segregatiepraktijken waarvan de koloniale metissen het slachtoffer zijn geworden.

Het projectteam verleent een zekere prioriteit aan de dossiers die de levensloop documenteren van nog levende koloniale metissen die tijdens de periode van de onafhankelijkheid naar België zijn verplaatst. Deze personen ondervinden op dit moment nog steeds ernstige administratieve problemen en zijn op zoek naar informatie over hun afkomst. In de mate van het mogelijke behandelt het projectteam ook zoekvragen van koloniale metissen die in Congo, Rwanda of Burundi zijn gebleven. We benadrukken echter dat de kansen om archiefdocumenten te vinden die op hen betrekking hebben helaas beduidend kleiner zijn. De bestaande bronnen waartoe we toegang hebben, betreffen immers vooral de metissen die naar België werden verplaatst of wiens familieleden in België verbleven of voor het Belgische koloniale bestuur werkten. 

Diverse bronnen

Dit onderzoek steunt op de minitieuze verwerking van een zeer divers bronnenarsenaal. Dit omvat het identificeren en bestuderen van enkele duizenden dossiers uit bijna 10 strekkende kilometer van het zogenaamde « Afrika-archief » - dat momenteel van de FOD Buitenlandse Zaken naar het Rijksarchief wordt overgedragen - maar die zich ook in andere publieke en private archiefcollecties in België en in het buitenland bevinden, waaronder die van de vereniging 'Association pour la Protection/Promotion des Mulâtres', religieuze congregaties, de Verenigde Protestantse Kerk van België, de Heilige Stoel, etc. We breiden het bronnenarsenaal voortdurend uit en voegen niet alleen stukken toe die bewaard worden in wat vandaag de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Burundi heet, maar ook getuigenissen die we verzamelen bij metissen en hun familieleden.

Een participatieve aanpak

Wij garanderen de neutraliteit en de onafhankelijkheid van het onderzoek en werken nauw samen met de belangengroepen die de metissen en hun nakomelingen vertegenwoordigen: de vzw Association des Métis de Belgique/Metissen van België (AMB/MVB), de vereniging Mixed2020 en de vereniging Association Résolution Métis (ARM). We werken ook samen met instellingen die een expertise hebben opgebouwd in het begeleiden en behandelen van inzageverzoeken van adoptiedossiers (Vlaams Centrum voor Adoptie (VCA)Direction de l'Adoption (ACC), het Afstammingscentrum) en met vertegenwoordigers uit de politieke sfeer. Het project vertrekt vanuit een participatieve en inclusieve opzet, gebaseerd op een diepgaand respect voor ieders levenservaringen en expertise. We willen een kruisbestuiving met de metissen tot stand brengen, via verzamelde getuigenissen van hen en hun familieleden, en dit zowel in België als in Afrika of elders. Het is onze overtuiging dat we, door deze getuigenissen af te toetsen met het materiaal dat in de archieven vinden, en zodoende de individuele met de “officiële” geschiedenis te confronteren, we in staat zullen zijn een zo juist mogelijke studie te maken over deze complexe geschiedenis.

Het projectteam hecht er belang aan om op een professionele en humane manier de zoekvragen te behandelen van metissen en hun nakomelingen die hun persoonlijke geschiedenis willen reconstrueren en hun afkomst willen achterhalen. Aangezien het onderzoeksproject "Resolutie-Metissen" uitsluitend wetenschappelijk van aard is, heeft het team geen enkele bevoegdheid op het gebied van herstelbetalingen, naturalisaties, visa, akten van de burgerlijke stand, verwerving van de nationaliteit of eventuele financiële compensaties. 
 

Mise en oeuvre
Genèse
Souces variées
recherche globale
Approche participative
Resolution_Metis.JPG
bottom of page